De Gooische Moordenaar

Op 8-11-1883 startte de dienstregeling van de HSM op de lijn Bussum - Huizen. De lijn was eigendom van de Stoomtramweg Maatschappij Bussum - Huizen NV. Op 1-1-1917 kwam de lijn met materieel in eigendom van de Gooische Stoomtram NV, die op 30-5-1930 werd omgedoopt in Gooische Tramweg-Maatschappij NV. Het trace liep van station Naarden-Bussum naar Comeniuslaan - L.Hortensiuslaan - Thierensweg - Over de Tol - Huizerstraatweg - Naarderstraat naar het Huizerstation (ter hoogte van het huidige Prins Bernhardplein. Daar was een aansluiting op de lijn Huizen - (Blaricum - Laren - ) Hilversum. Overname door NS per 29-6-1949. 1954 sluiting van losplaats te Huizen. Opbreken spoor tussen Huizen en Drafna. Tussen Bussum en Drafna alleen goederenvervoer (kolen naar Naarden-Tol, gevaarlijke stoffen naar Chemische Fabriek Naarden, bietenzaad naar de firma Kuhn te Drafna). Afscheidsrit op 31-7-1958. Op de plaats van het spoor kwam tussen Naarden en Huizen een fietspad. In de vroege ochtend van de 8e Juli 1938 werden de bewoners rond het Erfgooiersplein ruw opgeschrikt uit hun slaap door een daverende klap, gevolgd door het geluid van rollend metaal. Dit alles werd veroorzaakt door een aanrijding, zo lezen wij in de Gooi en Eemlander van diezelfde avond, tussen een vrachtauto, geladen met gevulde melkbussen en motorwagen 5 van de G.T.M. De melkauto was onderweg van de Hilversumse Meent naar de melkfabriek "De Hygiënische" aan de Oud Amersfoortseweg te Hilversum. Komend van de Johan Geradtsweg, dacht de chauffeur, A.J., nog net voor de tram uit Laren langs te kunnen. Hij gaf vol gas en reed zeker 35 km per uur, zo lezen wij. Hij de tram al van verre kon zien aankomen en mede door het afremmen vlak voor de halte bij de politiepost, kwam de tram met een slakkegang het plein op rijden, toch heeft de chauffeur de situatie verkeerd beoordeeld, met het noodlottige gevolg. De motorwagen boorde zich in de linkerflank van de auto, waardoor de melkbussen van de open laadbak vlogen. Ze rolden tot in alle hoeken van het plein, hun inhoud rond strooiend. Het hele plein raakte met een witte laag volle melk bedekt. Hoewel de consternatie groot was, bleek een en ander buiten de materiële schade mee te vallen. Het voorbalkon van de tram was ingedrukt en de vrachtwagen had zijn beste dagen achter zich, maar zowel de chauffeur als wagenvoerder Kelly kwamen met de schrik vrij. Slechts één passagier werd door rondvliegend glas aan het gelaat en beide handen gewond, doch na afwassen van het bloed bleek ook dit mee te vallen. De brandweer moest het plein schoonspuiten. En, terwijl de schuld bij de chauffeur van de melkauto lag, werd ook in dit bericht opnieuw benadrukt, hoe nodig het was, dat de tram zou verdwijnen ten gunste van het wegverkeer.